Nogmaals Klaas – finale

carnival-411494_1280

Afbeelding van Madeinitaly via Pixabay

Na mijn perikelen in de bus met mijn vaste medepassagier Klaas (lees deel 1 en deel 2 ) had ik het vanochtend helemaal gehad met Klaas.
Omdat het drukker was in de bus dan normaal ging hij vlak achter me zitten en, je raadt het al, wederom met zijn mondmasker nog maar net over zijn mond en niet over zijn neus.
Ik werd daar kriegel van. Hij heeft daarbij ook nog eens een grote neus (kan hij niets aan doen) die ook nog eens regelmatig druppelt (kan hij ook niets aan doen). Dus ik sprak hem aan: “Hee, Klaas, wil je alsjeblieft je mondmasker voordoen?”. Geen reactie behalve gewauwel over mijn mooie ogen die met mijn mondmasker zo extra mooi uitkomen.

Ik zeg dus nog een keer (inmiddels hoofdschuddend naar een andere passagier): “maar Klaas, wil je je mondmasker opdoen”.  Hij : “ah, ja, meer mensen in de bus, okee” en hij trekt grappend het ding over zijn ogen.  “Zo dan?” sputtert hij vrolijk.  Ik: “nee, gewoon over je neus en mond, zoals we het allemaal doen”.

Deed hij even braaf, maar kort voordat ik uit moest stappen sprak ik hem nog even aan om hem een fijne dag te wensen, had hij dat ding weer ver onder zijn neus hangen.  Hetgeen me met handsignalen door een andere passagier werd gesignaleerd.

Nu ben ik echt niet paniekerig, en daar gaat het niet om. Het gaat erom dat ik dit soort gedrag respectloos vind naar mij toe en naar anderen toe. Het is namelijk nou niet zo dat meneer niet op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen. Regelmatig komt als “praatjes” onderwerp de tweede coronagolf aan de beurt, hij heeft het er verdorie zélf over.

Ik heb het al meerdere keren gezegd, hij heeft er gewoon lak aan. Schuift dichtbij, spuugt op me als hij praat, heeft die vreselijke katoenen snotlap in zijn broekzak die hij af en toe gebruikt, en heeft duidelijk gewoon maling aan alles zolang niemand (vooral de buschauffeur) er iets van zegt. Moet hij weten. Maar hij moet MIJ daar niet in mee nemen.

Dus ik was vandaag verder niet aardig. En dat ga ik ook niet meer zijn.

Ik ga voortaan ervoor zorgen dat ik op een plek in de bus zit waarvan ik weet dat hij mij niet ziet als hij een paar haltes later instapt. Achterin dus. Wil er niets meer mee te maken hebben.

Ben er helemaal klaar mee. Ik heb mijn best gedaan en het is genoeg geweest. Dag lieve Klaas, fijn je gekend te hebben. Ik ga hier echt niet eindeloos aardig zitten zijn tegen iemand die lak heeft aan mij.

Wederzijds respect gaat twee kanten op.

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , | Een reactie plaatsen

Klaas: het vervolg

klaas

Afbeelding van Cristian Ferronato via Pixabay

 

Toch weer Klaas

Ik heb het wel eens over oude, slechtziende Klaas gehad.  Hier. .Over het feit dat ik soms een bushalte eerder uitstap om niet met hem op te hoeven lopen naar mijn werk maar dat ik hem ook ergens wel een cadeautje vind. Het is een blijft een beetje een haat-liefde verhouding. Ik kan er mijn vinger niet op leggen.

Niet aardig kunnen blijven

Gisteren was ik weer eens uitgesproken duidelijk op het vervelende af. Ik ga sinds een week of drie weer gewoon naar mijn werk  (na maanden thuiswerk)  en kom hem dus ook weer tegen op mijn busreis ernaartoe. De omstandigheden zijn natuurlijk inmiddels veranderd. Iedereen moet een mondmasker op in de bus.

Maar dan heb je Klaas, met zijn slechte zicht. Die stapt dus gewoon elke ochtend dezelfde bus in en laat het mondmasker onder zijn neus hangen in de bus. Geen buschauffeur die er iets van zegt.
Ik heb hem daar eerder in de laatste weken op aangesproken. Hij zei dat zijn bril beslaat als hij het masker ook over zijn neus doet. Ik begrijp dat dat niet handig is.  Ik heb ook wel eens een leesbril opgezet in de bus en inderdaad, met een mondmasker op zie je geen ruk meer. Stap dan maar eens in,  of uit een bus, als je sowieso als heel slecht zicht hebt zoals Klaas. Dus hee, okee, ik zeg er niets meer van.

Maar die snotlap dan?

Wat ik dan weer niet begrijp, en waar ik ook heel slecht tegen kan, is dat hij dan in de bus, als hij even zijn neus moet snuiten, een katoenen snotlap uit zijn jaszak trekt, zijn neus ermee afveegt, en weer terug in zijn jaszak steekt. Dat in deze tijd. Ik word daar sowieso al onpasselijk van, van die katoenen snotlappen die sommige mannen nog steeds heel fijn lijken te vinden. Het is zo goor!!! Broedhaarden van allerlei virussen en bacteriën, dat zijn het, die snotlappen. Hebben die kerels nooit van papieren zakdoekjes gehoord? Daar heb ik nog niets van gezegd, ik geloof in het doseren van kritiek, maar je kunt er donder op zeggen dat dat wel een keer gaat gebeuren.

Bijna ruzie bij de bushalte!

Klaas is raar of eigenwijs, of onwillig, of ik weet niet wat. Hij is uit een andere tijd. Ik weet niet hoe oud hij is, maar ik schat hem op zo’n 80 jaar oud.

Dan vertelt hij me weer dat hij naast een vrouw ging zitten bij een bushalte en dat die als door een wesp gestoken opsprong omdat hij te dichtbij kwam. Dat wil zeggen dat hij vlak naast haar ging zitten. Ik zei dat ik dat wel snapte, dat mensen echt wel de 1,5 meter in acht willen houden.

Gisterochtend kwam hij dan naast me zitten bij de bushalte. Eerst even op en afstandje maar al snel schoof hij dichterbij en zei: “moet je eens voelen, ik heb deze broek gekocht en die stof is zo glad, wat is dat voor stof, weet jij dat?”

Natuurlijk ging ik niet voelen (ja, hee, kom op, ik ga aan je broek zitten, wat denk je wel niet?) maar ik zei: “ik denk dat het Gore-Tex is”. Moest ik wel vijf keer herhalen want hij hoort niet zo goed (zegt hij, ik vraag het me inmiddels af of dat ook echt zo is).

Maar ik werd wél boos. Ik wilde niet aan zijn broek zitten en ik wilde ook niet dichtbij zijn. Ik zei dus: “moet je horen Klaas, ik wil even iets duidelijk maken. Ik wil niet dat je zo dichtbij me komt. Je kunt daar anders over denken, maar IK wil dat niet”.
Waarop hij zei: “oh, je wilt dus dat ik hier wegga?”

IK: “nee, ik wil niet dat je weggaat. Ik wil dat je opschuift en meer afstand bewaart”.

Hij: “Ik heb geen meetlat bij me”.

Ik: “Elke idioot kan zien dat dit geen 1,5 meter zijn. Bovendien: weet je nog, die vrouw die zo snel opstond omdat je te dichtbij kwam? Ik ben niet de enige. Je doet nogal makkelijk over al die maatregelen”.

Waarop hij inbond en zei dat hij het fijn vond dat ik een en ander  zo duidelijk aangaf (alsof ik dat niet eerder had gedaan).

Klaas kan vele potjes bij me breken

Maar ik kan niet lang boos zijn op Klaas. Hij heeft nog geen vier maanden geleden zijn dochter verloren aan een vreselijke ziekte. Hij is nu helemaal alleen. Hij heeft behoefte aan gezelschap, aan menselijk contact. Hij is van de oude stempel. Hij bedoelt het allemaal niet slecht. Daar tegenover staat dat ik denk dat hij af en toe doet alsof hij niet hoort wat ik zeg, en niet zo onschuldig is als hij soms doet voorkomen.

Ik vind het heel moeilijk om bij hem de goede middenweg te vinden. Tussen er voor hem zijn zodat hij niet zo vreselijk alleen is en met iemand kan praten,  en mijn eigen grenzen. Hij overschrijdt mijn grenzen regelmatig en hij doet dan alsof hij het niet gehoord heeft maar ik weet beter. En dan moet ik die grenzen weer aangeven en dat kost een bepaalde hoeveelheid energie die ik liever ergens anders aan besteed. En dan drukt hij me ineens de rouwkaart van zijn dochter in mijn hand. Met als afbeelding een schilderij dat ze ooit maakte. Het ontroert me. Ik vind Klaas dus een lastig geval.

Toch nog een goed gesprek

Nadat ik gisterochtend een beetje tegen hem uitviel hebben we daarna nog gepraat over zijn rouwverwerking. Hij zei dat hij de laatste tijd zo moe was (en ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet leuk vind om te horen, het baart me zorgen). Alsof het nu pas binnenkwam bij hem dat zijn dochter er niet meer is. Ik zei dat ik dat niet gek vond omdat hij eigenlijk gelijk maar doorging met werken om maar bezig te blijven.

Enfin, ik denk dat ik hier nog niet ben uitgepraat over Klaas. Hij is zo’n mens in je leven die je niet loslaat terwijl je hem af en toe wel achter het behang kan plakken.

Wordt onherroepelijk vervolgd.

 

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , , | 1 reactie

Mijn Appie heeft het moeilijk

Wat ben ik blij dat ik gewoon nog boodschappen mag doen. En dat supermarkten nog open willen blijven. Volgens mij is dat ook niet makkelijk.

Ik woon alleen. Ik werk daarbij sinds een poosje thuis zoals velen van ons.
Ik doe niet zo vaak boodschappen, alleen als iets dat ik echt nodig heb “op” is. Voor mij is dat een moment dat ik er even “uit” mag zijn. Ik hou me dan aan alle instructies, daar doe ik mijn best voor. Maar het is niet altijd makkelijk.
Gisteren was zo’n moment.

Dan sta ik even suffig bij de ingang waar een AH medewerker bij de ingang boodschappenmandjes schoonmaakt en uitdeelt. Die zijn blijkbaar verplicht. Of je nu alleen maar sigaretten wil kopen of de winkel in wil. Ik wilde er langs lopen want ik had een boodschappentas op wieltjes bij me en vond dit niet handig maar wist nog niets van die verplichting.

Blijkt, zo hoorde ik van de medewerker, dat men de mandjes gebruikt om het aantal bezoekers te tellen, want daar zit een maximum aan.

Oh okee, zei ik, ik snap het. Dus ik met mandje én verrijdbare boodschappentas (ik had geen zin om die te parkeren, voordat je het weet is íe weg) de winkel in.

Dus zo boodschappen gedaan.

Dan wil ik afrekenen. Voor de door personeel bezette kassa staat een rij. Daar ga ik niet instaan dus ik ga op zoek naar een vrije zelfscan plek. Die ook beperkt zijn, want men heeft er een aantal gesloten zodat de 1,5 meter afstand van kracht blijft. Dus bij drie zelfscankassa’s in een rij is de middelste gesloten bij de AH waar ik boodschappen doe.

Maar….. waar men dan niet rekening mee houdt is dit:

als je bij een zelfscankassa bezig bent waarbij iemand tegenover jou, in een parallel looppad, bezig is, is er geen sprake van 1,5 meter afstand.

Om dat even inzichtelijk te maken dit plaatje:

AH_zelfscan

Ik zat dus te dralen. “Mevrouw”, werd ik aangesproken, “deze kassa is vrij”. Waarop ik wees op degene die tegenover die door haar aangewezen, zogenaamd vrije plek bezig was met scannen en zei: “ja maar, dat is geen 1,5 m afstand als ik daar ga staan!”

Er was even een pauze, het antwoord kwam niet gelijk. “Ja”, kwam het er uiteindelijk uit, “maar er zit nog van alles tussen”. Wat ertussen zit zijn twee schermen aan weerszijden en wellicht nog een paal met een reclamebord. Maar geen plexiglas, dus hoe de medewerker dacht dat hetgeen ertussen zit mij zou beschermen, geen idee.

Ik lachte dus hardop en toevallig kwam op dat moment een plek vrij waar ik wél met 1,5 m afstand gebruik van kon maken.

Ik ben niet bang en niet paniekerig. Ik probeer me aan de voorschriften te houden en dat proberen supermarkten ook. Maar waar ik dan niet tegen kan is dat men dan gewoon niet durft te zeggen dat het lastig is om zich 100% aan de voorschriften te houden of gewoon toegeeft dat het niet helemaal sluitend is. Daar schieten we allemaal helemaal niets mee op, met zo’n houding. Ik snap de frustraties en uitdagingen, maar wees gewoon eerlijk zodat we over oplossingen na kunnen denken in plaats van mij een schuldgevoel aan te praten omdat ik dan niet snel genoeg naar een plek loop die volgens mij niet voldoet.

Wees eerlijk. Al is je supermarkt niet heel groot en zijn er om die reden beperkingen die het lastiger maken. Maar doe aub niet alsof ik de dommerik ben. Daar pas ik voor.

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Ziek, oud, gehandicapt. Uitgekotst door de maatschappij

old

 

Naarmate je ouder wordt ga je je afvragen wat je rol in de maatschappij nog zal zijn als je eenmaal kwalen gaat krijgen. Als je misschien zo ziek wordt dat een “normaal” leven kunnen leiden onmogelijk wordt. Of dat je op het punt komt dat de gangbare ouderdomskwalen het onmogelijk maken om in een geaccepteerd tempo met de stroom mee te zwemmen. Dat je te langzaam loopt, teveel tijd nodig heb voor van alles en nog wat, begrip vraagt voor iets dat vaak niet begrepen wil worden.  Misschien had je sowieso al een handicap dat er voor zorgt dat jouw dagelijkse realiteit als dag en nacht verschilt van die van de meesten om je heen. Of een chronische ziekte die je functioneren zodanig aantast dat je buiten de boot valt.

Zieken, ouderen, gehandicapten, het lijkt wel alsof zij iets los maken in degenen die daar niet onder vallen. Een soort van: “wat ben ik blij dat ik daar niet bij hoor en eigenlijk wil ik het ook niet zien”.

Renate Dorrestein schreef een boek over haar ziekte,  ME. Het boek heet: “Heden Ik”.

Ik citeer:

“Mijn huisarts klopt me van tijd tot tijd hartelijk op mijn schouder en vraagt dan met een gezicht alsof hij de olie van zijn auto peilt: “En? Staat het ondertussen allemaal al wat minder ver van u af?”
Haal binnen die kwaal en omhels hem, is zijn motto. Niet alleen in de kringen van holisten slaat men baarlijke psychologische nonsens uit, ook reguliere artsen en specialisten kunnen er wat van.
Eerste Wet van Dorrestein: een ziekte omhelst men niet, die bevecht men. Want van omhelzing komt maar versmelting, met als uiteindelijk resultaat dat je met huid en haar je ziekte wordt en als persoon daarachter verdwijnt. Ik ben geen ME, ik heb het alleen maar. Daarom is het, wanneer je niet gezond hebt, ook zo belangrijk om lichaam en ziel uit elkaar te houden.
De holisten betichten je van angst, weerstand en neurotisch gedrag als je dat doet. Tant pis. Wat nog intact is, wil ik gescheiden bewaren van de gebieden waarin afbraak plaatsvindt.
“Maar u zult dit vroeger of later toch echt moeten accepteren”, zegt mijn huisarts.
Ik zou niet weten waarom. Werkelijk, wat een ridicuul advies. En wreed bovendien. Want sommige dingen zijn eenvoudig onacceptabel, punt uit.
Grote delen van jezelf kwijtraken aan een uitzichtloze, invaliderende en debiliserende ziekte is zoiets. Dat valt domweg niet te slikken.
Het is verbazend hoeveel lucht die constatering kan schenken. Want wat zou men gaan zitten martelen om het onaanvaardbare met alle geweld te aanvaarden?
Verzet mag dan inderdaad energie kosten, een onmogelijke opdracht is waarachtig niet minder uitputtend.
Ik erken dat ik ziek ben, ik zal daar in het dagelijks leven rekening mee moeten houden, maar de ziekte zelf blijft een even ongewenste gast als de aangeknaagde vogels die mijn poezen soms naar binnen slepen. Ik kan in de sferen van praktische oplossingen wat soelaas zoeken, maar accepteren, daar beginnen wij niet aan.
Want in wiens belang zou die acceptatie zijn?
Zo te horen voornamelijk in het belang van een samenleving die van ziekte de stuipen op het lijf krijgt en die elk spoor daarvan dus zoveel mogelijk uit het beeld drukt. In onze cultuur bestaat zo’n onwil om de kwetsbaarheid van de mens onder ogen te zien, dat degenen die die kwetsbaarheid zichtbaar maken, de zieken, de gehandicapten en in zekere zin ook de ouderen, moreel verplicht worden net te doen alsof er niets aan de hand is.
Accepteer je kwalen! Leer ermee leven! En val ons er verder niet mee lastig! Oh, wat verlang ik soms naar stinkende pusbuilen om al die betweters onder de neus te wrijven. Hoe jammer dat ik geen geamputeerde stompen heb waarmee ik schrik en afgrijzen kan zaaien. Ik ben niet gezond, maar ik weiger om daarom ook maar meteen onzichtbaar te worden. Als ziekte in onze samenleving kennelijk zoiets onacceptabels is, waarom zou ik, de patiënt, ziekte als enige dan wel accepteren?
Wat een lariekoek. Pas zodra de natie, of laat ik spreken als paneuropeaan: pas zodra Europa ziekte omhelst, omhels ik mee, en eerder niet.
“Ga naar je pijn” , schrijven de hulpverleners voor. “Vlucht niet voor de werkelijkheid”.  Maar ik zou wel eens willen weten wie hier nu echt op de vlucht is, en voor wat.”

Precies dat ! Ik had het niet beter kunnen verwoorden.

 

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Rechtse mutsen

rechtse mutsen

Afbeelding van Vitabello via Pixabay

Jullie kennen ze vast wel, van die rechtse figuren die alsmaar zó verbolgen zijn dat men in de media de afkomst van criminelen doorgaans niet noemt.
Want, zo is hun insteek, dat zijn linkse media die op bevel van de overheid voor ons verborgen willen houden hoeveel criminelen wel niet uit het buitenland zijn gekomen om Nederland helemaal leeg te roven.

Dat het wellicht te maken zou kunnen hebben met het feit dat de overheid wil voorkomen dat domme lieden munitie krijgen voor hun xenofobe hetzes komt niet in ze op.

Of het komt wél in ze op maar ze vinden het onzin want ze vinden zichzelf weldenkende mensen die prima met dat soort informatie om kunnen gaan en totaal onterecht de racisme kaart krijgen toegespeeld als ze, op basis van die informatie, hun conclusies trekken.

Oordeel zelf:

rechtse mutsen 2

Eigen screenshot Twitter

PS: Inmiddels heeft deze tweet 67 likes en 43 retweets. Dat valt gelukkig nog mee. Dit figuur heeft namelijk meer dan 2600 volgers.

 

 

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Binnenpretjes

binnenpretje_mouflon_pixabay_gabor_fejes

Picture source: Pixabay. Picture by Gabor Fejes

Binnenpretjes. Ik neem regelmatig deel aan gesprekken waarbij mijn gedachten er ineens vrolijk vandoor galopperen. Ik heb er dan geen controle meer over in welke scenario’s ze uiteindelijk terechtkomen. Daar zitten vaak hele grappige scenario’s bij . Althans dat vind ik.

Blijkbaar. Want dan moet ik in het gunstigste geval grinniken. Dat is al link. Hardop lachen is gewoon een kamikaze stunt. Want als ik mijn vrolijkheid niet goed genoeg weet te verbergen dan verschuift de aandacht van het gesprek naar mij.

Oei, denk ik dan, niet doen, ga nou door met praten, ik vermaak me wel. Maar dan is het al te laat.

“Wil je ook even met ons delen waar je zo om moet lachen?” wordt er dan gezegd. “Ach nee, laat maar” stamel ik erop los, “het was een binnenpretje”.

“Ja maar wij willen óók lachen” dringt men aan.

“Nee joh, écht, helemaal niet leuk” probeer ik nog. Tevergeefs natuurlijk.

“Ah joh, doe nou niet zo flauw, jij moest er toch zelf ook om lachen, beetje egoïstisch van je om het voor jezelf te houden, vertel nou! ”

Inmiddels kijkt iedereen me aan en is het een kwestie van kiezen of delen.

“Okeeeheehee…..” verzucht ik, “nou dit was nu waarom ik zo moest lachen…..”. En dan vertel ik zo goed en kwaad als het kan het hele gedachtenspinsel.

Dan is het stil. Een deel van de blikken mijn kant op is compleet leeg, een ander deel drukt enorme spijt uit er ooit naar gevraagd te hebben.

Niemand lacht. Ik inmiddels ook niet meer.

Elke. Keer. Weer!

Dus geloof me, binnenpretjes heten niet voor niets zo. Je kunt ze beter binnen houden. Dat is helemaal niet egoïstisch hoor, dat is echt waar, serieus, en door ondergetekende uitvoerig en ongewild getest, beter voor iedereen!

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Klaas: een cadeautje.

karel_cadeau

Afbeelding van Harald Lepisk via Pixabay

Nee, hij heet niet Klaas. Ook niet Sinterklaas. Maar een cadeautje is hij inmiddels wel gebleken.

In het begin, toen ik net aan mijn nieuwe baan begon, had ik een beetje moeite met Klaas. Hij pakte dezelfde bus en we liepen hetzelfde pad van de bushalte naar onze respectievelijk werkplekken.
Klaas was meteen, vanaf dag één, zichtbaar blij dat hij iemand had om mee te praten.
Ik was er zélf in beginsel wat minder blij mee.

Het was voornamelijk eenrichtingsverkeer. Hij praatte, en ik luisterde. Als ik wat terugzei hoorde hij het niet.
Terwijl ik eigenlijk zo’n behoefte had om mijn hoofd rustig te krijgen voordat ik mijn kantoor binnenstapte. Het is best spannend, zo’n nieuwe baan.
Daarbij, over verkeer gesproken, het pad dat we dan afliepen is eigenlijk een fietspad. Bochtig en net niet breed genoeg om soepel ongestoord te lopen, zeker niet met z’n tweeën naast elkaar. Altijd maar het gevoel hebben dat je elk moment door een snelle fietser of scooter overhoop gereden kon worden is niet bepaald rustgevend.

Klaas is ook nog een stukje ouder en heeft door een neurologische aandoening nogal slecht zicht. Dus regelmatig zwalkte hij dan zodanig over dat pad dat IK er plaatsvervanged zenuwachtig van werd. Het deed me denken aan vroeger, toen de kinderen voor het eerst op hun eigen fietsje onder mijn begeleiding naar school fietsten. Ik vond dat pure stress.

Enfin, omdat Klaas ook nooit aan MIJ vroeg of ik het nou wel zo prettig vond samen op te lopen, ben ik op een gegeven moment gewoon een bushalte eerder uitgestapt. Ik heb hem wél uitgelegd waarom toen hij er op geen gegeven moment naar vroeg.

En zoals dat dan gaat: als je eenmaal ook je eigen grenzen aangeeft krijgen dingen een plek. We hebben allebei toch een weg gevonden om aan ons beider behoeften te voldoen.

We praten nu bij de bushalte. En in de bus. Het is ook geen eenrichtingsverkeer meer want ik heb daar iets van gezegd. Klaas zei namelijk een keer dat hij het zo gezellig vond om met mij te kletsen. Ik zei daarop dat ik dat in principe ook gezellig zou vinden als hij ook zou luisteren naar wat ík te zeggen had. Mijn oprechtheid verraste hem een beetje maar boos werd hij niet. Hij gooide het nog even op zijn slechte gehoor maar ik denk dat dat wel meevalt.
Sindsdien hebben we échte gesprekken. Over van alles.
Het was goed om er iets van te zeggen, al vond ik dat best even moeilijk.

Inmiddels kennen we elkaars namen en krijgen steeds meer inzicht in elkaars huidige en vroegere levens. We wisselen uitgeprinte gedichten uit en zijn allebei blij als we elkaar in de ochtend tegenkomen.

Verder stap ik nog steeds bij mijn eigen halte uit en hij bij de zijne. Het is goed zo.

Ons door toeval in het leven geroepen ochtendritueel is een dagelijks cadeautje geworden.

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Volksverlakkerij – minder, minder, minder.

volksverlakkerij_klein

Soms erger ik me echt kapot aan die volksverlakkerij overal en dus ook als ik die in de supermarkt tegenkom.

Ik kocht vandaag de baton op bovenstaande foto bij de Appie. Links zie je zoals hij in de supermarkt hangt, rechts op de foto kun je zien hoe lang de worst werkelijk is. Ik heb het hele geval even omgekeerd zonder de verpakking te openen. Nu is dit een worst die sowieso normaal korter is dan de andere soorten.  Maar deze zat wél, net zoals alle andere soorten, in een doorzichtige verpakking en die verpakking was doorgaans niet veel langer dan nodig. De verpakking voor deze worst was dan voorheen ook korter.

Tegenwoordig heeft de Appie alle soorten worst verpakt zoals boven afgebeeld.  Met een doorzichtig en een blind gedeelte en alle verpakkingen véél langer dan de worst die erin zit.

Ik heb voor de grap gevoeld/gekeken hoe lang de fuets, salami’s en cervelaten ten opzichte van de verpakkingen zijn. Overal is er zo’n  1/3 ruimte over. Gevuld met lucht. Dat zie je niet als je haastig boodschappen aan het doen bent, want, zoals gezegd, de bovenste ruimte in de verpakking is nu “blind” gemaakt door er een ondoorzichtige opdruk op te plaatsen.
Het ergste vind ik nog dat de verpakkingen zelf bij de meeste soorten ongeveer gelijk gebleven zijn in lengte als voorheen. Waardoor je nu niet zomaar door hebt dat de worsten nu ineens zo’n 25-30 % korter zijn dan eerder!!!. Je koopt dus behoorlijk wat minder worst voor ongeveer hetzelfde geld als voorheen.

Zo duw je dus een prijsstijging door de strot van de consument, hopend dat die het niet doorheeft. Daar hou ik absoluut niet van. Ik word er zelfs boos van.

Zeg dan gewoon: omdat vlees duurder is geworden (of dat nu waar is of niet) hebben wij de worsten kleiner gemaakt. Of hou de worsten even groot en maak ze duurder. Hou de verpakkingen doorzichtig. Dan weten we tenminste waar we aan toe zijn.

Dat de AH hiermee beoogt dat we minder vlees gaan eten geloof ik natuurlijk sowieso al niet. Dat men hier gewoon plastic verspilt door de verpakkingen veel te groot te maken ten opzichte van de inhoud is daarbij ook niet bepaalde milieuvriendelijk te noemen.

Apart dat een grote supermarkt als de Albert Heijn ervoor kiest om naar ouderwetse middelen terug te grijpen zoals een veel te grote verpakking.  De verkoop in stand houden door de consument lucht te verkopen. Als wij dus zo’n worst willen blijven kopen maken we ons ook nog medeschuldig aan milieuonvriendelijke verpakkingsverspilling.

Ik heb daar geen goed woord voor over. Dus deze baton was de laatste worst die ik bij de AH heb gekocht. Voortaan vertrouw ik niets meer. Ook de blikken niet. Want je hebt geen idee, als je de gewichten niet bijhoudt, hoeveel er nu eigenlijk inzit. Voor hetzelfde geld is zo’n blik maar half gevuld. Je kunt er immers niet doorheen kijken.

PS. Voel ook eens bij de chipszakken wat er nu eigenlijk inzit. Ik durf te beweren dat daar nog niet zo lang geleden ook minder ruimte over was dan nu.

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , , | Een reactie plaatsen

Fake news als kunstvorm – een wonderlijk verhaal

fake news als kunstvorm

Foto credit: Alex CF – http://www.merrylinmuseum.com/

Af en toe kom ik iets tegen  dat me zodanig intrigeert dat ik moet weten wat het verhaal erachter is.
Mijn blik viel vanochtend op een foto van een piepklein menselijk ogend skeletje met vleugels. Natuurlijk was er, zoals zo vaak op Facebook, geen verwijzing naar de oorsprong van de foto maar die was snel gevonden.

De site van het Merrylin Cryptid museum toont een fanstastische collectie van de overblijfselen van de meest bizarre wezens. Onder elke foto vond ik met een klik nog veel meer prachtige foto’s. Ik kon er niet genoeg van krijgen.

Op de site schrijft de curator van het museum, die zich Alex CF noemt, dat al dit moois in 2006 werd gevonden in de kelder van een Londens herenhuis, verborgen in verzegelde kratten die de tand des tijds hebben doorstaan.

De collectie is volgens hem ooit aangelegd door de in 1782 geboren professor Lord Thomas Theodore Merrylin, die zijn hele leven eraan heeft besteed om in de verborgen uithoeken van de wereld te zoeken naar de bewijzen voor het bestaan van creaturen die het menselijk oog maar zelden te zien krijgt.

Een mooi verhaal dat viraal ging.

Een té mooi verhaal dat natuurlijk niet waar bleek te zijn.

Maar maakt dat uit in dit geval? Ik vind van niet. Natuurlijk zal menigeen zich bekocht hebben gevoeld toen het mysterie rondom dit museum werd ontrafeld. Ik zie deze teleurstelling juist als een belangrijk onderdeel van zijn kunstproject.

Niet alleen heeft Alex CF zijn vakmanschap bewezen door vele prachtige voorwerpen te maken die onze fantasie weten te prikkelen.

Hij heeft ook aangetoond hoezeer velen van ons terug verlangen naar het gevoel dat wij als kind hadden toen werkelijkheid en fantasiewereld nog door elkaar heenliepen.
Toen we ons nog konden verwonderen over de wereld om ons heen.
Toen we onszelf nog moeiteloos wijs konden maken dat er een onzichtbaar elfje op onze schouder zat dat ons troostend toesprak als we het moeilijk hadden. Een elfje dat ons in onze dromen bij de hand nam en leidde naar mysterieuze oorden vol belofte en hoop.

Alex CF heeft laten zien dat velen van ons dat kind in ons nog niet kwijt zijn. Fake news als kunstvorm met een hoopgevende boodschap.
Wat mij betreft is hij als kunstenaar met vlag en wimpel geslaagd.

PS: Mocht je nog andere kunst van Alex willen zien dan kun je hier terecht of op zijn Facebook pagina.

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , , | Een reactie plaatsen

Wenkbrauw. Met een “A”!

wenkbrauw_language

Kort geleden schreef ik op Facebook het woord wenkbrauw verkeerd. Wenkbrouw, met een o, maakte ik ervan.  Een aardige FB vriend (die toevallig ook wel heel erg van juiste spelling houdt) wees me daarop.

Dan ga ik tóch piekeren. Heb ik dat nu mijn hele leven al fout geschreven en moet ik me daarvoor schamen? Ik vrees  dat ik het altijd fout heb geschreven.

Ik ben van oorsprong Duitse. Ik woon hier al heel lang, en ben volgens mij net zo’n taalnazi als genoemde FB vriend dat is. Ik let er dus op hoe ik dingen zeg of schrijf en zoals iedereen maak ik fouten. Soms staat een fout die ik maak dan los van simpele onoplettendheid en slordigheid maar is meer fundamenteel.  Ook in de uitspraak.

Ik zei bijvoorbeeld heel lang “normáliter” ipv “normalíter”. Totdat één van mijn kids me erop wees. Het arme kind was er ooit zelfs om uitgelachen en kon er niets aan doen want het had de uitspraak verkeerd van mij geleerd (ik vind het trouwens nog steeds zo onlogisch als wat, die uitspraak. Het gaat toch om het woord “normaal” en niet om het woord “liter”?)

Zo sprak ik ook heel lang catalogus uit als catalógus ipv catálogus. Ook dat was logisch (voor mij) want in het Duits is het Katalog en de klemtoon ligt dan op de laatste lettergreep.

Wat het verkeerd opschrijven van die wenkbrauw betreft, tja, dat was minder logisch bedacht ik. Die fout is best gek want in mijn moedertaal staat er ook een A in “Augenbraue”. Al is het in het Engels “eyebrow”. Geen idee waarom ik aan die “o” vasthield.

Over het Franse woord voor wenkbrauw (sourcil) en de Italiaanse tegenhanger (sopracciglio) zullen we het maar niet hebben. Wat dat laatste woord betreft, ik daag iedereen uit het wél goed uit te spreken.

Dat kan ik dan toevallig zelf weer feilloos (mijn tenen krommen zich altijd als ik mensen in een Italiaans restaurant hoor vragen om ciabatta. “Sjie-a-ba-ta” hoor ik mensen dan zeggen. Terwijl het “Sja-bat-ta”  is.

En wat ik ook zeker weet, in tegenstelling tot velen, is dat het écht altijd “de” luipaard is geweest in plaats van “het” luipaard. Althans dat was altijd de bedoeling. Met een gemakzuchtig paard heeft die roofkat namelijk niets te maken. Maar omdat zoveel mensen op een gegeven moment voor het onzijdige lidwoord kozen, mag het nu allebei.

Dus, nee, ik schaam me niet. Ik frons hooguit geconcentreerd af en toe mijn wenkbrouwen en ga alsnog hopeloos de mist in.

Maar, afgezien van mijn ego,  ik denk wél dat het belangrijk is om bestaande taalregels te blijven volgen. Als je de regels alsmaar aanpast is er geen structuur. En zonder structuur is het volgens mij onmogelijk om een vreemde taal te leren.

Dát is denk ik wat de gemiddelde “taalnazi” beweegt. Het feit dat er een bepaalde structuur en bijbehorende logica behouden moet blijven binnen een taal om welke vreemde taal dan ook leerbaar en begrijpelijk te houden.

Zodat we elkaar blijven begrijpen. Zoals Federico Fellini gezegd zou hebben:

“A different language is a different view of life”.

Geplaatst in Geen categorie | Tags: , , | Een reactie plaatsen