Ziek, oud, gehandicapt. Uitgekotst door de maatschappij

old

 

Naarmate je ouder wordt ga je je afvragen wat je rol in de maatschappij nog zal zijn als je eenmaal kwalen gaat krijgen. Als je misschien zo ziek wordt dat een “normaal” leven kunnen leiden onmogelijk wordt. Of dat je op het punt komt dat de gangbare ouderdomskwalen het onmogelijk maken om in een geaccepteerd tempo met de stroom mee te zwemmen. Dat je te langzaam loopt, teveel tijd nodig heb voor van alles en nog wat, begrip vraagt voor iets dat vaak niet begrepen wil worden.  Misschien had je sowieso al een handicap dat er voor zorgt dat jouw dagelijkse realiteit als dag en nacht verschilt van die van de meesten om je heen. Of een chronische ziekte die je functioneren zodanig aantast dat je buiten de boot valt.

Zieken, ouderen, gehandicapten, het lijkt wel alsof zij iets los maken in degenen die daar niet onder vallen. Een soort van: “wat ben ik blij dat ik daar niet bij hoor en eigenlijk wil ik het ook niet zien”.

Renate Dorrestein schreef een boek over haar ziekte,  ME. Het boek heet: “Heden Ik”.

Ik citeer:

“Mijn huisarts klopt me van tijd tot tijd hartelijk op mijn schouder en vraagt dan met een gezicht alsof hij de olie van zijn auto peilt: “En? Staat het ondertussen allemaal al wat minder ver van u af?”
Haal binnen die kwaal en omhels hem, is zijn motto. Niet alleen in de kringen van holisten slaat men baarlijke psychologische nonsens uit, ook reguliere artsen en specialisten kunnen er wat van.
Eerste Wet van Dorrestein: een ziekte omhelst men niet, die bevecht men. Want van omhelzing komt maar versmelting, met als uiteindelijk resultaat dat je met huid en haar je ziekte wordt en als persoon daarachter verdwijnt. Ik ben geen ME, ik heb het alleen maar. Daarom is het, wanneer je niet gezond hebt, ook zo belangrijk om lichaam en ziel uit elkaar te houden.
De holisten betichten je van angst, weerstand en neurotisch gedrag als je dat doet. Tant pis. Wat nog intact is, wil ik gescheiden bewaren van de gebieden waarin afbraak plaatsvindt.
“Maar u zult dit vroeger of later toch echt moeten accepteren”, zegt mijn huisarts.
Ik zou niet weten waarom. Werkelijk, wat een ridicuul advies. En wreed bovendien. Want sommige dingen zijn eenvoudig onacceptabel, punt uit.
Grote delen van jezelf kwijtraken aan een uitzichtloze, invaliderende en debiliserende ziekte is zoiets. Dat valt domweg niet te slikken.
Het is verbazend hoeveel lucht die constatering kan schenken. Want wat zou men gaan zitten martelen om het onaanvaardbare met alle geweld te aanvaarden?
Verzet mag dan inderdaad energie kosten, een onmogelijke opdracht is waarachtig niet minder uitputtend.
Ik erken dat ik ziek ben, ik zal daar in het dagelijks leven rekening mee moeten houden, maar de ziekte zelf blijft een even ongewenste gast als de aangeknaagde vogels die mijn poezen soms naar binnen slepen. Ik kan in de sferen van praktische oplossingen wat soelaas zoeken, maar accepteren, daar beginnen wij niet aan.
Want in wiens belang zou die acceptatie zijn?
Zo te horen voornamelijk in het belang van een samenleving die van ziekte de stuipen op het lijf krijgt en die elk spoor daarvan dus zoveel mogelijk uit het beeld drukt. In onze cultuur bestaat zo’n onwil om de kwetsbaarheid van de mens onder ogen te zien, dat degenen die die kwetsbaarheid zichtbaar maken, de zieken, de gehandicapten en in zekere zin ook de ouderen, moreel verplicht worden net te doen alsof er niets aan de hand is.
Accepteer je kwalen! Leer ermee leven! En val ons er verder niet mee lastig! Oh, wat verlang ik soms naar stinkende pusbuilen om al die betweters onder de neus te wrijven. Hoe jammer dat ik geen geamputeerde stompen heb waarmee ik schrik en afgrijzen kan zaaien. Ik ben niet gezond, maar ik weiger om daarom ook maar meteen onzichtbaar te worden. Als ziekte in onze samenleving kennelijk zoiets onacceptabels is, waarom zou ik, de patiënt, ziekte als enige dan wel accepteren?
Wat een lariekoek. Pas zodra de natie, of laat ik spreken als paneuropeaan: pas zodra Europa ziekte omhelst, omhels ik mee, en eerder niet.
“Ga naar je pijn” , schrijven de hulpverleners voor. “Vlucht niet voor de werkelijkheid”.  Maar ik zou wel eens willen weten wie hier nu echt op de vlucht is, en voor wat.”

Precies dat ! Ik had het niet beter kunnen verwoorden.

 

Over Vera Leimann

Als klein kind al kon ik het niet uitstaan als ik iets niet begreep. Het liet me niet los. Ik stel hem nog steeds, die vraag: "Waarom?" Meerdere malen per dag, maar zelden meer hardop. Er is namelijk bijna nooit één vaststaand antwoord op die vraag. Schrijven helpt me mijn gedachten te ordenen. Het helpt me om de mechanismen achter dingen en gebeurtenissen te ontdekken en beter te begrijpen wat het betekent mens te zijn. Als elk blogstukje uiteindelijk een puzzelstukje oplevert waar ook jij, beste lezer, iets aan kan hebben, dan ben al heel tevreden.
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie